Planning & control
Planning en control
Binnen de Planning en controlcyclus van de gemeente Wierden kennen we de volgende documenten die alle aan de gemeenteraad worden voorgelegd ter vaststelling:
- Nota Meerjarenbeleid
- Begroting inclusief meerjarenraming
- Bestuursrapportage
- Jaarstukken bestaand uit jaarverslag en jaarrekening
De Nota Meerjarenbeleid (NMB) markeert de jaarlijkse start van de planning- en controlcyclus. Hierin worden de beleidsprioriteiten voor de komende jaren benoemd. Deze prioriteiten zijn gelieerd aan het coalitieprogramma en de vastgestelde toekomstvisie. De NMB is met name bedoeld om de raad in de gelegenheid te stellen jaarlijks keuzes te maken aan de hand van de doelstellingen zoals vastgelegd in het 4-jaarlijkse coalitieprogramma.
Deze keuzes samen met het bestaande beleid en de wettelijke taken krijgen hun beslag in de begroting die voor 15 november door de raad moet worden vastgesteld.
Gedurende het begrotingsjaar worden budgetten en investeringskredieten gemonitord door het College en daarbij wordt één keer per jaar een bestuursrapportage vervaardigd die in september in de gemeenteraad aan de orde komt. Daarnaast heeft de raad bij de behandeling van de NMB 2025-2028 gevraagd om met ingang van 2025 in het voorjaar een overzicht met afwijkingen op te stellen en aan de raad aan te bieden.
De jaarstukken worden in het voorjaar samengesteld en samen met het oordeel van de accountant aangeboden aan de raad. De raad moet de jaarstukken voor 15 juli vaststellen.
Interne controle en accountantscontrole
Het college heeft over 2023 en 2024 voor het eerst expliciet verantwoording afgelegd over de financiële rechtmatigheid. De totstandkoming van de rechtmatigheidsverantwoording is een proces met interactie tussen verschillende gremia, dat start bij het bepalen van de verantwoordingsgrens door de raad. Deze verantwoordingsgrens is vastgesteld op 1% van de lasten inclusief dotaties aan reserves. De verantwoordingsgrens is vastgelegd in de in juli 2024 vastgestelde financiële verordening waarin tevens aandacht is voor de kaders, tolerantie, risico’s en criteria. Ook heeft het college in 2024 de nota voorkomen Misbruik & Oneigenlijk gebruik (M&O) vastgesteld.
Binnen de organisatie is de inrichting van de interne beheersingsmaatregelen in de processen voldoende ingericht voor de rechtmatigheidsverantwoording met een achteraf controle door de verbijzonderde interne controle (VIC). De VIC voert tijdig rechtmatigheidstoetsingen uit en rapporteert hier periodiek over. Dit maakt dat tussentijds bijgestuurd kan worden en (mogelijke) onrechtmatige transacties voorkomen kunnen worden dan wel hersteld worden.
Begin 2025 is het wetgevingstraject rondom de rechtmatigheidsverantwoording eindelijk geheel afgerond. Dit brengt o.a. met zich mee dat het maximum van de verantwoordingsgrens die de raad vaststelt wijzigt van 3 naar 2% van de lasten exclusief toevoegingen aan reserves. Deze wijziging moet worden verankerd in de financiële verordening die daarom begin 2026 aan de raad zal worden voorgelegd samen met een aantal andere financieel getinte verordeningen.
Doelmatigheid
In de verordening op grond van artikel 213a van de Gemeentewet is geregeld dat het college met behulp van het interne controleproces periodiek de doelmatigheid van (onderdelen van) organisatie-eenheden van de gemeente en de uitvoering van taken door de gemeente onderzoekt. Verder toetst het college minimaal eens per raadsperiode de programma's op doeltreffendheid. In de begroting 2026 is een budget van € 10.000 opgenomen om, indien daartoe aanleiding is, te ondersteunen bij het uitvoeren van de werkzaamheden.
Duurzaamheidsverslaggeving
De Europese Unie heeft met de invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) stappen gezet richting transparante en gestandaardiseerde duurzaamheidsverslaglegging. De CSRD verplicht grote organisaties om te rapporteren over hun impact op milieu, maatschappij en governance (ESG). Het doel is om transparantie te bevorderen en duurzaamheid structureel te verankeren in de bedrijfsvoering. Het Omnibus-pakket, dat aanvullend is op de CSRD, versoepelt de verplichtingen door de reikwijdte te beperken, waardoor decentrale overheden in de meeste gevallen buiten de directe verplichtingen vallen. Daarnaast wordt de verplichting om informatie op te vragen bij ketenpartners beperkt tot partners die zelf onder de CSRD vallen. Ook is de ingangsdatum van de rapportageverplichting uitgesteld tot het boekjaar 2027, met eerste rapportage in 2028.
Voor decentrale overheden geldt er geen verplichting tot rapportage onder de CSRD.