Home

Nota van aanbieding

Toelichting op de voorstellen

Onderstaand is per voorstel een nadere toelichting opgenomen waarbij de nummering van het voorstel verwijst naar het overeenkomstige nummer in het overzicht op de vorige pagina.

Voorlopige begrotingsruimte

1. Uitkomst concept begroting:

De concept begroting 2026 vertoont bij voortzetting van het bestaande beleid een voorlopig overschot in 2026 van € 1.014.000. Dit bestaat uit een structureel overschot van € 1.102.000 en een éénmalig tekort van € 88.000.  
Het beeld  in het meerjarenperspectief bij bestaand beleid geeft het volgende beeld:

               structureel

                        eenmalig 

2027

- € 1.424.000 overschot

€  49.000 tekort

2028

- €    857.000 overschot

€  35.000 tekort

2029

        - € 1.685.000 overschot

€  35.000 tekort

Het eenmalige tekort in 2026 bestaat uit:

Onvoorzien éénmalig 

€ 34.000

Incidentele deelnemersbijdrage energie GR ODT, conform begroting 2026         

€ 24.000

Incidentele bijdrage GR Samen Twente, conform begroting 2026

€ 30.000

Bij punt 3 wordt nader ingegaan op het structurele overschot.

2. Benodigd voor nog niet verwerkte beleidsbeslissingen

Vanuit de bestuursrapportage 2025:

In uw vergadering van 23 september 2025 heeft u met het vaststellen van de bestuursrapportage 2025 besloten de volgende bedragen structureel beschikbaar te stellen:

  • De aansturing van het luid- en uurwerk in de kerktoren bij de NH kerk in Wierden is versleten en moet daarom vervangen worden. Met het nieuwe systeem wordt ook automatisch de tijd verzet van zomer naar winter tijd. Digitale aansturing wordt ook tegelijkertijd aangebracht.
    De investering bedraagt € 10.000 en de jaarlasten € 1.250.
  • In de huidige urnenmuur is onvoldoende vrije ruimte beschikbaar; om voldoende plek te kunnen blijven bieden moet deze worden uitgebreid.
    De investering bedraagt € 11.000 en de jaarlasten € 440.
  • Het huidige leasecontract van onze dienstauto's loopt aan het eind van het jaar af. Gezien de markt en de voorbeeldfunctie die de gemeente Wierden vervult op het gebied van verduurzaming, zullen de dienstauto’s bij het gemeentehuis worden vervangen door elektrische aangedreven voertuigen. Om deze voertuigen bij het gemeentehuis te kunnen opladen, is het noodzakelijk laadpalen te plaatsen en deze werkzaamheden gereed te hebben voordat de voertuigen in gebruik worden genomen. De investering bedraagt € 30.000 en de jaarlasten € 3.750. Hier staat een verlaging van de brandstofkosten tegenover waardoor dit budget neutraal verloopt (B.N.).

3. Overige zaken

  • Taakstelling doelmatiger bedrijfsvoering

Met de gemeenteraad is afgesproken dat de organisatie een taakstelling op de gehele bedrijfsvoering realiseert van € 400.000 structureel. Zoals reeds vermeld in de NMB 2026-2029 is het ons gelukt om deze taakstelling in te boeken. Deze structurele besparing bedraagt in 2026 € 382.000 oplopend tot € 451.000 in 2029.

Alle besparingen zijn reeds primitief geraamd met uitzondering van de besparing op personeel.
Op dit moment is hiervan reeds € 28.500 door ons gerealiseerd. Het restant van deze opgave bedraagt in 2026 € 52.500 oplopend tot € 121.500 in 2029. Deze reeks treft u hier aan.

  • Pilot buurtbemiddeling

Vanuit de raad zijn op 25 september 2023 per motie vragen gesteld over het onderzoeken van mogelijkheden van buurtbemiddeling in de gemeente Wierden. Deze raadsvragen zijn beantwoord met een informatienota in de collegevergadering van 17 december 2024 waarna de gemeenteraad hierover is geïnformeerd.
Met de opzet van een twee jaar durende pilot Buurtbemiddeling zetten wij ons in voor een veilige leefomgeving in de gemeente Wierden. De pilot start medio 2025 en loopt tot medio 2027 en is een samenwerking tussen Stichting Avedan, Reggewoon en de gemeente Wierden. Jaarlijks zal een verslag worden opgesteld en gekeken worden naar het effect van de pilot.
De kosten worden geraamd op ca. € 45.000 per jaar en 50% hiervan komt voor rekening van de gemeente. Onze kosten bedragen voor 2026 € 22.250 en voor 2027 € 11.125 (een half jaar).

4. Actiepunten Nota Meerjarenbeleid 2026 - 2029

Actiepunten vanuit de Nota Meerjarenbeleid (NMB) worden zoals gebruikelijk afzonderlijk in de begroting vermeld. Dit komt het onderscheid tussen bestaand en nieuw beleid ten goede.

De financiële consequenties van de eventuele aangenomen moties en amendementen bij de vaststelling van deze NMB worden zoals gebruikelijk afzonderlijk (onder punt 19) inzichtelijk gemaakt. Met de invulling van de actiepunten is in 2026 in de structurele sfeer een bedrag van € 307.000 gemoeid en éénmalig een bedrag van € 2.272.000. In bijlage 7 staan de actiepunten vermeld.

Bij de vaststelling van de bestuursrapportage 2025 op 23 september 2025 is besloten om het actiepunt Verkiezingsborden alvast in te vullen. De reden hiervoor zijn de ongeplande verkiezingen voor de Tweede Kamer op 29 oktober 2025. Hiermee is een éénmalig bedrag gemoeid van ca. € 14.000. Dit bedrag wordt nu op de eenmalige lasten in mindering gebracht. Er resteert dan een bedrag van € 2.258.000 aan eenmalige lasten volgend uit de NMB 2026-2029.

Vergelijkbaar saldo met NMB 2026 - 2029

5. Vergelijking Actualisatie financiële positie met de financiële positie in de NMB 2026 - 2029.

Een vergelijking van de financiële positie met de financiële positie zoals opgenomen in de NMB 2026-2029 geeft ten aanzien van het structurele saldo het volgende beeld:

Bedragen x € 1.000

2026

2027

2028

2029

Saldo actualisatie NMB 2026 - 2029

-3

-3

-2

-2

Saldo begroting 2026 incl. actiepunten NMB

-1

-1

-0

-1

Verbetering (-)/verslechtering (+) saldo

2

2

1

1

Verklaring:

Algemene uitkering jaarschijf 2029

-360

Bijsteling verwachting dividend Cogas

-159

-142

Vrijval kapitaallasten

-69

-116

-203

-325

Huishoudelijk ondersteuning

567

567

567

567

Vervoer Wmo, dagbesteding en leerlingenvervoer

107

107

107

107

Uitkering beschermd Wonen gemeente Almelo

-170

-170

-170

-170

Woningaanpassingen

45

45

45

45

Jeugd en Wmo

1.200

1.200

1.200

1.200

Bijstand (uitkeringen)

177

177

177

177

Ontwikkeling lasten voormalige SW-ers en groenploeg

88

-42

-94

-276

Periodieken personeel

-

76

83

194

Taxatiekosten WOZ

78

78

78

78

Mutatie OZB (groei woningen)

-1

-5

-21

-79

Bijstelling subsidies

60

60

60

60

Minder toeristen- en forensenbelasting

57

57

57

57

Schoonhouden gemeentelijke gebouwen

48

48

48

48

Stelpost groot onderhoud gemeentelijke gebouwen

36

36

36

36

Inzet stelpost loon- en prijscompensatie 2025

-625

-625

-625

-625

Hogere stelpost loon- en prijscompensatie 2026 ev.

84

84

84

84

Diversen

38

86

19

51

Verbetering (-)/verslechtering (+) saldo

1.720

1.663

1.289

727

In de programma's worden alle bovenstaande punten toegelicht. Enkele opvallende afwijkingen worden hieronder ook kort toegelicht:

  • De raming van de jaarschijf 2029 van de algemene uitkering valt € 360.000 gunstiger uit dan aangenomen bij de NMB 2026-2029. Reden is dat bij de NMB de verbetering is meegenomen ten opzichte van eerdere circulaires over het Gemeentefonds en niet de volume-ontwikkeling.
  • Het dividendbeleid bij Cogas is met ingang van 2028 resultaat afhankelijk. Op basis van de meerjarenbegroting van Cogas is het verwachte dividend vanaf 2028 naar boven bijgesteld ten opzichte van de onze programmabegroting 2025.
  • In meerjarenperspectief wordt rekening gehouden met de vrijval van kapitaallasten. Deze vrijval wordt veroorzaakt doordat de boekwaarde van investeringen jaarlijks afneemt door afschrijvingen.
  • De lasten voor de huishoudelijke ondersteuning nemen toe met € 567.000. De oorzaak is tweeledig. Enerzijds wordt de stijging veroorzaakt door een toename van de vraag (ruim 7% meer dan een jaar terug) en anderzijds door de gestegen tarieven. De toegepaste indexering is conform de huidige systematiek, maar er loopt nog een kostprijsonderzoek of het tarief 2026 reëel is (zie ook bestuursrapportage 2025).
  • De gemeente Almelo is voor onze gemeente de centrumgemeente voor het onderdeel beschermd wonen. Jaarlijks keerde Almelo achteraf overgebleven middelen uit aan de omliggende gemeenten. Dit wordt door ons verwerkt in de jaarrekening. Almelo neemt nu voor het eerst in haar begroting een structurele uitkering op. Om die reden nemen wij nu ook ons aandeel hierin structureel op in onze begroting, een bedrag van € 170.000;
  • De lasten voor de uitvoering van de Jeugdzorg en Wmo zijn ten opzichte van 2025 met ca. € 1,2 miljoen hoger geraamd. Redenen hiervoor liggen met name aan de vraagkant, er wordt een groter beroep gedaan op deze voorzieningen, de complexiteit en intensiteit van de zorgvraag neemt toe en er is sprake van een grotere tariefstijging als gevolg van de nieuwe inkoop 2025. De indexeringsafspraken met de zorgaanbieders zijn in de budgetramingen 2026 verwerkt. De budgetten zijn daarmee op prijspeil 2026.
  • Het voordeel op de bijstand, zoals opgenomen in de NMB 2026-2027 valt in 2026 lager uit. De reden is de bijstelling van het macro budget op rijksniveau vanwege lagere werkloosheidsramingen en lagere realisaties (zie ook bestuursrapportage 2025).
  • Vanwege de natuurlijke afname van het aantal oud SW-medewerkers nemen ook de loonkosten hiervan af. Deze afname wordt jaarlijks geraamd. Hier tegenover staat een afname van de integratie-uitkering (IU) Participatie uit het Gemeentefonds. De hier gepresenteerde bedragen zijn de mutaties ten opzicht van de NMB. Ook de ontwikkeling in de nieuwe doelgroepers (gedetacheerd of geplaatst bij Ontplooj) maken hier onderdeel van uit.
  • Inflatoire aanpassingen doen zich op meerdere budgetten voor en in veel gevallen in combinatie met andere oorzaken (m.n. autonome ontwikkelingen).

Daarnaast neemt de raming voor salarisverhogingen vanwege toe te kennen periodieken toe. Reden hiervoor is dat nieuwe instroom in onze organisatie veelal lager in de functieschaal wordt geplaatst.  

  • Tegenover de inflatoire aanpassingen staat de jaarlijkse inzet in het begrotingsjaar van de stelpost loon- en prijscompensatie uit de vorige begroting. Voor 2026 een post van € 625.000 waarmee een deel van de prijsstijgingen in o.a. het sociaal domein worden gecompenseerd.

Overige zaken

6. Dakbedekking sporthal Noordbroek

De sportzaal het Noordbroek is een gemeentelijke accommodatie. Voor het aanbrengen van nieuwe dakbedekking en dakisolatie op het lagere gedeelte van de sportzaal het Noordbroek is een bedrag benodigd van € 100.000. De jaarlasten hiervan bedragen € 7.500.
Dakisolatie wordt aangebracht omdat het nu geringe meerkosten met zich meebrengt en het gebouw verder in een prima staat is en nog vele jaren meegaat. Om het op termijn gasloos te kunnen maken is deze isolatie wel wenselijk. Voor dit verduurzamingsgedeelte kunnen we naar verwachting een subsidie aanvragen. Wanneer subsidie wordt toegekend worden de jaarlasten lager.

7. Gebouwbeheerssysteem Gemeentehuis

De technische installaties in het gemeentehuis worden centraal aangestuurd via een gebouwbeheersysteem. Dit systeem stuurt alle klimaatinstallaties aan in het gebouw en is essentieel voor het waarborgen van een energie-efficiënte en comfortabele werkomgeving en stelt zowel de gebouwbeheerder als de installateur in staat het gebouw op afstand te monitoren en aan te sturen.
Het huidige gebouwbeheersysteem is inmiddels geruime tijd in gebruik en kent diverse technische beperkingen. Zo wordt het systeem niet langer ondersteund door de gangbare, actuele webbrowsers en daardoor ontstaan er risico’s op het gebied van informatiebeveiliging en systeemstabiliteit.
Om de continuïteit, veiligheid en duurzaamheid van de gebouwbeheersfunctionaliteiten te waarborgen, is vervanging van het volledige systeem aan de orde.
De investering voor volledige systeemvervanging bedraagt circa € 85.000. De jaarlasten hiervan bedragen € 10.625.

8. Uitbreiding 2 raadsleden (van 19 naar 21)

De gemeente Wierden is de grens van 25.000 inwoners al enige tijd gepasseerd. Dit betekent dat bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2026 het aantal zetels met 2 toeneemt tot 21 zetels. In de raadszaal zijn de voorzieningen hiervoor al getroffen. Het budget voor de vergoeding aan raadsleden voor het invullen van hun ambt moet met ingang van 2026 nog worden verhoogd met € 36.000.

9. Vergoedingsregeling woon-werkverkeer medewerkers (CAO)

De Cao Gemeenten (artikel 3.22 lid 2) verplicht werkgevers om met ingang van 1 januari 2026 een regeling vast te stellen voor de vergoeding van reiskosten woon-werkverkeer. Deze regeling heeft als doel een tegemoetkoming te bieden in de kosten die medewerkers maken voor het reizen tussen hun woonadres en de werklocatie(s) van de gemeente. Tevens om te komen tot een transparant, eerlijk en uitvoerbaar beleid voor een reiskostenvergoeding, passend bij de huidige wet- en regelgeving. De regeling bevat een gelijke vergoeding van € 0,23 per kilometer (maximaal fiscaal toegestane netto bedrag per kilometer in 2025) voor alle categorieën vervoer. De kosten van de regeling bedragen structureel € 210.000.

10. Regio FM bijdrage

De gemeente heeft een bekostigingsplicht voor de lokale omroep en ontvangt hiervoor een bijdrage in het gemeentefonds. Het budget voor subsidie aan Regio FM in onze begroting is hierop afgestemd. Dit stelsel gaat de komende jaren waarschijnlijk op de schop. Twente FM en 1Twente streven er naar om samen de toekomstige streekomroep voor Twente te worden.

De instandhoudingsplicht die gemeenten nu hebben verdwijnt uit de wet. Die komt in het nieuwe stelsel bij het rijk te liggen. Gemeenten ontvangen ieder jaar via het gemeentefonds een bedrag per huishouden om de lokale omroep te onderhouden (nog preciezer om een lokaal toereikend media aanbod te garanderen). Deze storting in het gemeentefonds stopt zodat gemeenten geen verplichting meer hebben om de lokale omroep te financieren. De ingangsdatum van de wetswijziging is al meerder keren gewijzigd en staat nu voorlopig op 1 januari 2028.

In verband met de onzekerheden rondom de stelselwijziging en de gemeentefinanciën vanaf 2026 is in 2025 voorgesteld om een eventuele aanvullende subsidie aan Twente FM jaarlijks af te wegen. Voor 2026 wordt voorgesteld om evenals in 2025 het budget eenmalig te verhogen met € 25.000. Met de aanvullende subsidie kan de politieke verslaggeving en het nieuws wat daaruit voortvloeit beter gegarandeerd worden. Zo wordt een belangrijke bijdrage aan de lokale democratie geleverd. Dit sluit aan bij de ambitie uit het Coalitieakkoord om ‘Voortdurend, zichtbaar en actief in contact te treden met alle betrokkenen uit de samenleving’

11. Startersleningen
Na inwerkingtreding van de vernieuwde verordening SVn Starterslening begin 2023, zijn we gestart met het opnieuw toekennen van startersleningen. Gemiddeld worden er 1 à 2 startersleningen per maand verstrekt. Het resterende budget voor 2026 bedraagt dan naar inschatting € 110.000 aan het begin van 2026. Dit is vermoedelijk onvoldoende om gedurende het jaar 2026 te kunnen voldoen aan de vraag naar startersleningen. Daarom wordt voorgesteld om het budget bij SVn te verhogen met € 360.000.
Het verloop zal gemonitord worden en indien nodig komen wij er bij de Bestuursrapportage 2026 op terug. De voorwaarden voor het toekennen van een starterslening zijn te vinden op https://www.wierden.nl/starterslening.
De rentelasten van deze verhoging bedragen afgerond € 9.000.

12. Aanschaf hoogwerker
De kosten van inhuur van een hoogwerker stijgen jaarlijks. Inmiddels is de inhuur daarvan jaarlijks zo hoog, dat we van deze jaarlijkse kosten zelf de kapitaallasten, onderhoud en verzekering kunnen dekken van een hoogwerker. De investering bedraagt € 150.000 en is dus budgettair neutraal. Ook leidt de aanschaf van een hoogwerker er toe dat we deze flexibeler kunnen inzetten en niet afhankelijk zijn van de beschikbaarheid bij de externe partij.

Creëren van begrotingsruimte

13. Aanpassen diverse tarieven aan inflatie

Inflatoire aanpassing 2026
De in de meicirculaire 2025 opgenomen prijsindexen van het Centraal Planbureau (CPB) laten voor 2026 een gemiddelde prijsstijging zien van 2,05% (het gewogen gemiddelde van de loonvoet sector overheid en prijsindex netto materiële overheidsconsumptie). Destijds is door u besloten om de daarvoor in aanmerking komende belastingen en rechten jaarlijks met dit percentage aan te passen.

De volgende heffingen komen hiervoor in aanmerking:

  • gemeentelijke leges

€ 60.000

  • onroerende zaakbelastingen woningen

€ 4.178.000

  • onroerende zaakbelastingen niet-woningen

€ 2.066.000

  • leges omgevingsvergunningen

€ 966.000

  • marktgelden

€ 17.000

  • forensenbelasting

€ 90.000

  • toeristenbelasting

   € 290.000

Totaal

€ 7.667.000

De verhoging als gevolg van inflatie bedraagt dan 2,05% van € 7.667.000, ofwel € 157.000.
De afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de begrafenisrechten zijn al in de primitieve begroting inclusief inflatie begroot en zijn daarom buiten deze berekening gelaten.

Nacalculatie inflatiepercentage:

We passen jaarlijks nacalculatie toe op het inflatiepercentage. Er wordt daarbij gekeken of het toegepaste inflatiepercentage ook daadwerkelijk is uitgekomen. Dit kan dan twee kanten opwerken, een verhoging dan wel een verlaging van het inflatiepercentage. Doelstelling is en blijft de inflatie goed te maken en dit is ook altijd de achterliggende gedachte geweest van de systematiek.

Voor de begroting 2026 betekent dit dat het laatst door het CPB definitief vastgestelde percentage (het jaar 2023) voor nacalculatie in aanmerking komt. Bij de begroting 2023 is een inflatiepercentage aangehouden van 3,15 en het inflatiepercentage 2022 is nu vastgesteld op 5,85. Te verrekenen is derhalve 2,70 %.

Bij de begroting 2023 is, gezien de toenmalige inflatie en de energiecrisis waarmee onze inwoners te maken hadden, besloten éénmalig geen inflatieaanpassing toe te passen op de OZB tarieven in 2023 voor woningen en niet-woningen. We blijven consequent en stellen voor om de in 2023 niet doorgevoerde inflatie aanpassing (3,15%) nu niet alsnog door te voeren.

De volgende heffingen komen voor een verhoging in aanmerking:

  • onroerende zaakbelastingen woningen

€ 4.178.000

  • onroerende zaakbelastingen niet-woningen

€ 2.066.000

  • forensenbelasting

€ 90.000

  • toeristenbelasting

   € 290.000

Totaal

€ 6.624.000

De verhoging als gevolg van deze nacalculatie bedraagt 2,70% van € 6.624.000, ofwel
€ 179.000. Samen met de eerder genoemde verhoging van € 157.000 gaat het per saldo  uiteindelijk om een verhoging van € 336.000.

Begrafenisrechten
Nadat we in 2024 een inhaalslag hebben gedaan en nu met verlengingen van uitgegeven graven op schema liggen, blijft in 2025 de geraamde opbrengst achter. We voorzien dit ook voor 2026. Een verhoging gelijk als in voorgaande jaren met enkel CPI indexering leidt tot een tekort van € 40.000. Om kostendekkend te blijven, moeten de tarieven na indexering nogmaals met 12,23% stijgen.

Een nacalculatie bij de overige retributies of wel rechten is niet aan de orde omdat bij de jaarlijks op te stellen begroting gekeken wordt naar de kostendekkendheid.

De totale meeropbrengst vanwege aanpassing van tarieven bedraagt dan ook € 376.000

14. Vrijval lasten sportvoorziening Esrand.

Conform de besluitvorming ten aanzien van de realisatie van een sporthal op de Esrand is de benodigde verhoging van de subsidie aan de SAWE ad € 603.000 geraamd voor de exploitatie van deze hal. Realisatie en in gebruik name van de sporthal is niet voorzien in 2026. In 2026  kan derhalve deze budgetruimte éénmalig worden aangewend als algemeen dekkingsmiddel.

15. Eenmalige vrijval kapitaallastendruk

Er is in 2026 geen sprake van eenmalige vrijval van kapitaallastendruk van voertuigen.

16. Stelpost rentelasten

Het niet toevoegen van rente aan reserves en voorzieningen brengt risico's met zich mee. Dit komt door het feit dat deze posten ook dienst doen als financieringsmiddel. Op het moment dat de reserve of voorziening namelijk weg valt als intern financieringsmiddel is er geen ruimte om de rentelast bij externe financiering op te vangen. Om dit te ondervangen is afgesproken om een bepaalde rentedruk in de begroting aan te blijven houden.
Afgesproken is om de stelpost af te laten hangen van de omvang van het eigen vermogen en de voorzieningen. Omdat deze posten nooit volledig zullen worden aangewend, de gemeente zal altijd reserves en voorzieningen hebben, wordt de stelpost jaarlijks vastgesteld op 1,7% van 50% van het eigen vermogen. Dit percentage is het gewogen gemiddelde rentepercentage over de in de begroting opgenomen kort- en langlopende financieringsmiddelen.

In de begroting is hiervoor een structurele stelpost rentelasten opgenomen. De verwachting is dat tot en met 2029 geen aanvullende geldleningen benodigd zijn.

17. Traject Financieel gezond

Inzet rente schatkistbankieren

In de begroting 2025 zijn een aantal financieel technische maatregelen getroffen om Wierden financieel gezond te houden. Deze maatregelen zijn voor zover structureel van aard al in de primitieve begroting 2026 verwerkt. Voor de inzet van de rente schatkistbankieren wordt hier aanvullend nog eenmalig een voordeel geraamd van € 300.000 in 2026.
Primitief is reeds structureel een voordeel € 250.000 geraamd. Dit bedrag is door ons zeker gesteld door het aantrekken van een deposito.

Terugdraaien inzet surplus Algemene reserve
In de begroting 2025 is in het kader van het Traject Financieel Gezond gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een surplus in onze algemene reserve in te zetten als structureel dekkingsmiddel. Het surplus van de algemene reserve is dat deel dat niet nodig is voor het afdekken van risico’s (weerstandscapaciteit). Van dit vrij besteedbare deel (surplus) kan een gemeente jaarlijks maximaal 10% inzetten. Het gaat hierbij om een jaarbedrag van € 300.000. Met deze mogelijkheid worden structurele lasten in feite niet meer gedekt door structurele inkomsten. Ten tijde van de samenstelling van de begroting 2025 leek dit met de op dat moment beschikbare informatie over onze financiële gezondheid een aanvaardbare keuze. In den lande zijn er maar weinig gemeenten die van deze maatregel gebruik hebben gemaakt, in Twente waren dat er 4.

Deze maatregel heeft echter een ongewenst neveneffect. Door het inzetten van een deel van de algemene reserve als dekkingsmiddel kan de algemene reserve niet meer beschikbaar zijn als incidenteel dekkingsmiddel. Dit betekent in de praktijk dat er nagenoeg geen incidentele dekkingsmiddelen zouden zijn voor de actiepunten uit de NMB 2026-2029 die éénmalig afgedekt kunnen worden. Dit is een ongewenst effect van de genomen maatregel.
Wij stellen derhalve voor om deze maategel in de begroting 2026 te niet te doen.

Septembercirculaire

18. Gevolgen septembercirculaire.

De septembercirculaire 2025 kent voor Wierden voor de jaarschijven 2026-2029 enkele wijzigingen ten opzichte van de meicirculaire 2025. Het accres is neerwaarts bijgesteld als gevolg van een actuele raming van de volume- en prijsindex door het Centraal Planbureau. Een positief effect ontstaat door hoeveelheidsverschillen, het gevolg van een actualisatie van aantallen. Daarnaast zijn er meerdere kleine taakmutaties.

De septembercirculaire geeft ten opzichte van de meicirculaire 2025 een netto-ontwikkeling van per saldo:

2026   €   12.000 voordeel
2027   €   32.000 voordeel
2028   € 108.000 voordeel
2029   € 222.000 voordeel

Enkele zaken waarvoor de middelen op de stelpost actiepunten zijn opgenomen:

  • Een decentralisatie-uitkering voor Capaciteit decentrale overheden klimaat- en energiebeleid (CDOKE). Deze uitkering vervangt de SPUK CDOKE. In 2026 wordt € 789.000 ontvangen. Hiervan was reeds € 143.000 opgenomen in de begroting. Het restant is, in afwachting van nadere besluitvorming, op de stelpost algemene dekkingsmiddelen bijgeboekt. De verwachting is dat de middelen ook na 2026 structureel beschikbaar zijn.
  • Voor de Wet integrale suïcide preventie ontvangen we in 2026 € 11.000. Dit bedrag stijgt in de jaren daarna licht.
  • Een decentralisatie-uitkering voor Overheidsbrede Dienstverlening. Deze uitkering is een omzetting van de SPUK Informatiepunten Digitale Overheid (IDO). Vanaf 2026 wordt structureel € 22.000 ontvangen om laagdrempelige en empathische ondersteuning te bieden bij regelzaken met de (digitale) overheid. Binnen Wierden is dit belegd bij de Openbare Bibliotheek Wierden.

Amendementen en moties bij de behandeling van de NMB

19. Amendement en moties

Bij de behandeling van de Nota Meerjarenbeleid 2026 - 2029 zijn geen amendementen  en moties aangenomen met financiële consequenties voor 2026 en verder.
.

Aanwending van dan wel storting in reserves en fondsen

20. Aanwending reserve IHP

Ter dekking van de kapitaallasten van investeringen in onderwijshuisvesting worden in de meerjarenraming bedragen onttrokken aan de reserve IHP en gestort in de reserve kapitaallasten nieuwbouw/renovatie PO. In 2028 gaat het om een bedrag van € 2 miljoen en in 2029 om een bedrag van € 500.000. Deze bedragen zijn al verwerkt onder punt 4 actiepunten NMB. Vandaar hier geen mutaties.

21. Vrijval reserve winst grondverkopen

Op basis van de jaarlijkse actualisatie van het benodigde weerstandsvermogen voor de grondexploitatie kan er in 2026 geen bedrag vrijvallen ten gunste van de algemene middelen.

22. Aanwending algemene reserve

Voor het dekken van de uitgaven, welke met eenmalige middelen worden bekostigd, is in 2026 een onttrekking aan de algemene reserve benodigd ter grootte van € 1.192.000.
Voor de jaren daarna gaat het om:
2027   €    660.000 onttrekking
2028    €    352.000 onttrekking
2029    €    237.000 onttrekking

Saldo

Het begrotingsjaar 2026 laat een overschot zien van € 660.000 en de meerjarenraming 2027 - 2029 vertoont de volgende saldi:
2027   € 880.000 overschot
2028    € 141.000 overschot
2029   € 826.000 overschot

Deze pagina is gebouwd op 09/30/2025 17:46:25 met de export van 09/30/2025 17:31:21