Paragrafen

Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit kan worden opgedeeld in incidentele- en structurele weerstandscapaciteit.

Bestanddeel

Incidentele weerstandscapaciteit

Structurele weerstandscapaciteit

Algemene reserve

x

Bestemmingsreserves

x

Stille reserves

x

Onvoorzien

x

Reserve grondbedrijf

x

Reserve sociaal domein
Onvoorzien (structureel)

x

x

Begrotingsruimte

x

x

Onbenutte belastingcapaciteit

x

Kostenreductie

x

Incidentele weerstandscapaciteit
Met incidentele weerstandscapaciteit wordt het vermogen bedoeld om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de hoogte van het voorzieningenniveau van de programma’s.

Algemene Reserve

De algemene reserve is tot een bedrag van € 3.000.000 beschikbaar als buffer voor het opvangen van incidentele risico’s. Dit bedrag wordt dus niet ingezet in de eenmalige sfeer.
Volledigheidshalve wordt vermeld dat het gebruikelijk is dat het bedrag boven de buffer wordt ingezet in de eenmalige sfeer. In de Nota meerjarenbeleid is dit gedeelte ook weer maximaal beschikbaar voor het invullen van actiepunten, die met éénmalige middelen kunnen worden afgedekt.

Bestemmingsreserves

Bestemmingsreserves worden in aanmerking genomen als incidentele weerstandscapaciteit zolang de gemeenteraad de bestemming nog kan wijzigen en de besteding geen invloed heeft op de exploitatie. Het betreft een aantal reserves genoemd in rubriek D van het overzicht Reserves en Voorzieningen (bijlage 2).

In 2026 gaat het om een totaalbedrag van € 239.000.
De reserves zijn:

  • Reserve Kunst (0,5% regeling) € 201.000
  • Raadsaangelegenheden € 38.000

Reserve grondexploitatie

Omdat de gemeente in beginsel een actieve grondpolitiek voert en daarbij als ondernemer optreedt, moet ter wille van de continuïteit het weerstandsvermogen voldoende groot zijn om financiële risico's op te kunnen vangen. De buffer (het weerstandsvermogen) is in 2025 vastgesteld op maximaal € 292.000. Dit is ook de begrote stand per 1 januari 2026.

Reserve Sociaal Domein
In 2015 hebben de decentralisaties plaatsgevonden van Jeugdzorg, Wmo en Participatie. De gemeenteraad heeft besloten om hiervoor een apart weerstandsvermogen te gaan vormen.
De stand van deze reserve per 1-1- 2026 wordt geraamd op € 1.792.000.

Begrotingssaldo

Het jaar 2026 sluit met een batig saldo. Het voorstel is om dit bedrag te reserveren voor toekomstige voorzienbare ontwikkelingen. Er resteren nog steeds onzekerheden op diverse terreinen die van invloed zullen zijn op deze begrotingsuitkomst (m.n. het Gemeentefonds, vergrijzing, jeugdzorg, inflatie, te verwachten rijksbezuinigingen etc.). De meerjarenraming 2026-2029 laat zien dat er op dit moment geen structurele begrotingsruimte aanwezig is.  

Onvoorzien incidenteel
In de jaarbegroting wordt een bedrag van € 1,80 per inwoner geraamd voor onvoorziene uitgaven.
De raming heeft een zuivere bufferfunctie. Het bedrag, ca. € 45.000, is voor een kwart structureel en voor driekwart incidenteel.

Ten slotte wordt opgemerkt dat met ingang van de begroting 2026 het onderdeel stille reserves niet meer wordt opgenomen bij de bepaling van de weerstandscapaciteit. Hieronder wordt verstaan activa, waarvan de boekwaarde lager is dan de actuele waarde. Hiertoe behoren met name een aantal woningen en garageboxen met lopende huurovereenkomsten. Het te gelde kunnen maken van deze stille reserves is op korte termijn niet reëel en om die reden wordt dit in overleg met de provinciale toezichthouder hier niet meer meegenomen.

Incidentele weerstandscapaciteit

Vrij aanwendbaar deel algemene reserve

€ 3.000.000

Bestemmingsreserves

€    239.000

Reserve Grondexploitatie
Reserve sociaal domein
Begrotingssaldo 2026

€    292.000
€ 1.792.000
 €    400.000

Onvoorzien incidenteel

€      34.000

Totaal

€ 5.757.000

Structurele weerstandscapaciteit
Met structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de exploitatie (van de gemeentebegroting) op te vangen.

Onvoorzien structureel

In de jaarbegroting wordt een bedrag van € 1,80 per inwoner geraamd voor onvoorziene uitgaven. De raming heeft een zuivere bufferfunctie. Het bedrag, ca. € 45.000, is voor een kwart structureel en voor driekwart incidenteel.

Begrotingsruimte

Het jaar 2026 sluit met een batig saldo. Het voorstel is om dit bedrag te reserveren voor toekomstige voorzienbare ontwikkelingen. Er resteren nog steeds onzekerheden op diverse terreinen die van invloed zullen zijn op deze begrotingsuitkomst (m.n. het Gemeentefonds, vergrijzing, jeugdzorg, inflatie, te verwachten rijksbezuinigingen etc.). De meerjarenraming 2026-2029 laat zien dat er op dit moment geen structurele begrotingsruimte aanwezig is.

Onbenutte belastingcapaciteit

Onder onbenutte belastingcapaciteit verstaan we de ruimte die we hebben om de gemeentelijke belastingen en heffingen te verhogen. Leges en retributies mogen maximaal 100 % kostendekkend zijn. Met uitzondering van de marktgelden (weekmarkt) zijn alle tarieven 100 % kostendekkend.

Voor de berekening van de weerstandscapaciteit is, alhoewel dit niet bij de gemeente Wierden speelt, aansluiting gezocht met de normering OZB die voor een artikel 12-aanvraag Financiële Verhoudingswet wordt gehanteerd. Het normtarief voor toelating tot artikel 12 is in procenten 0,1648%. Als met dit tarief rekening gehouden wordt voor de berekening van de onbenutte capaciteit, dan komt de vrije ruimte uit op € 2.150.000.

Kostenreductie

Kostenreductie op bestaand beleid is in principe een doorlopend proces.

Structurele weerstandscapaciteit

Onvoorzien structureel

€        11.000

Begrotingsruimte 2026

€                0

Onbenutte belastingcapaciteit

€   2.150.000   

Kostenreductie  

€                 0

Totaal  

 €  2.161.000

Deze pagina is gebouwd op 09/30/2025 17:46:25 met de export van 09/30/2025 17:31:21